Van Zanten maakt atrium in Parkzicht in Delft weer brandveilig

Bij aanpassingen aan een gebouw loop je als opdrachtgever en aannemer al gauw aan tegen de brandeisen: de huidige – veel strengere – brandeisen matchen vaak niet met het ontwerp van het gebouw, zeker als het gaat om een wat ouder gebouw. Woningcorporatie Vidomes, Bouw- en Aannemingsbedrijf Van Zanten en Stiho kwamen voor deze uitdaging te staan én werkten samen aan een oplossing.

In Delft staat Parkzicht

Een appartementencomplex voor senioren, bestaande uit een hoogbouw met 6 en een laagbouw met 4 bouwlagen. Beide met 2 bouwblokken met daartussen een atrium. Woningcorporatie Vidomes, die actief is in de regio Haaglanden, is eigenaar van dit complex. Thierry Blom, senior opzichter bij Vidomes: “Parkzicht staat er nu zo’n twintig jaar. Het atrium, waarin zich de twee trappenhuizen bevinden, vormden een risico op het moment dat er brand, rook of giftige gassen zouden ontstaan. In het atrium zat een rook- en warmteafvoerinstallatie, die ervoor zorgde dat bij brand- of rookontwikkeling dak- en gevelluiken geopend werden. Omdat deze installatie moeilijk te certificeren was, zijn we op zoek gegaan naar een bouwkundige oplossing. Wij schakelden adviesbureau Nieman in, die ons adviseerde om de trappenhuizen af te sluiten en te zorgen dat de woningen 30 minuten brandwerend zijn. Vervolgens maakte architect Peter van de Putte het ontwerp voor de trapafsluitingen. Het advies en ontwerp brachten we als aanbestedingsstuk op de markt, waarna de keuze viel op Van Zanten.”

´Hoe gaan we dit nu precies maken?’

Aad Ham, projectleider bij Bouw- en Aannemingsbedrijf Van Zanten uit Vlaardingen: “Het was een uitdagend project vanwege de ronde, hoge wanden en maatvoeringen. We dachten wel even: ‘Hoe gaan we dit nu precies maken?’ Stiho is een van onze vaste leveranciers en omdat Stiho-bouwplein Schiedam praktisch om de hoek is, zijn de lijnen kort. We gingen met hen in gesprek over de exacte uitvoering van vooral de gevelbekledingen.” Niets was standaard aan dit project, zo bleek. De uitdagingen bij de hoofdtrappenhuizen waren het aanbrengen van een rondlopende wand over vier en zes bouwlagen en deze aan de buitenzijde af te werken met een houten bekleding waaraan ook nog eens brandwerende eisen werden gesteld.

Nieuwe fundering en wand

Voordat de wanden konden worden geplaatst, moesten er eerst nieuwe funderingen worden aangebracht, uitkragend over de bestaande funderingen. Aad: “Dit was vanwege de wanden, voorzien van hardhouten kozijnen, met hoogtes van 10,5 en 16 meter. De volledige wanden moesten voldoen aan brandklasse Euro B. De basiswand is opgebouwd uit metalstudprofielen, isolatie en aan weeszijden twee lagen buiggips van 6,5 mm. We hebben alles gemonteerd vanaf een smalle steiger die net tussen de stalen trappen en galerijen kon worden geplaatst.”

Horizontaal, verticaal én brandwerend

De houten bekleding tegen de buitenzijde van de ronde wanden is van binnen naar buiten opgebouwd uit zwarte uv-bestendige folie, verticale vuren latten (voor de ventilatie), horizontale stroken van 12 mm dik multiplex (als grondhout en in twee lagen voorvoldoende dikte én om de ronding van de wanden te kunnen volgen) en verticale Red Cedar delen (bevestigd met rvs schroeven). Thierry: “Esthetische uitgangspunten waren kleine naden tussen de Red Cedar delen en de achtergelegen delen zijn daarom in zwart uitgevoerd.” De achterconstructie is geventileerd en het geheel voldoet aan de brandwerende eisen. De laatste uitdaging bleek de voorgeschreven 40x40 mm Red Cedar delen. Deze afmeting bleek niet getest in zogeheten ‘end use application’, de toepassingsfase. De afmeting 25 x 65 mm was wel getest. In overleg is voor deze afwijkende maatvoering gekozen.

Thierry: “Doordat alle partijen goed hebben samengewerkt, is het resultaat geworden zoals het nu is en daar zijn heel tevreden over.”

Bekijk assortiment